
Woonhuizen, Reusel | 1971
Na de bouw van het fraterklooster heeft Bedaux aan de Groeneweg nog meerdere woningen gerealiseerd. De gemeente streefde voor dit deel van de Groeneweg naar architectonische kwaliteit. De woningen moesten een redelijk volume hebben. En Bedaux moest de architect zijn. Dat werd niet door iedere opdrachtgever in dank afgenomen, maar uiteindelijk waren ze zeer tevreden. Zo wilde Bressers een hogere keuken. Die kreeg hij wel van Bedaux, maar zonder de gevelcompositie aan te tasten. De keuken werd verdiept uitgevoerd.
Aan de zijde van het klooster bouwt Bedaux op nr.3 het Wit-Gele Kruisgebouw in de vorm van een grote dubbelwoning en op de nrs. 5 en 7 een echte dubbelwoning. Deze woningen verschillen aanzienlijk van inhoud zodat ze niet als standaard tweekappers ogen. De voordeur van de grote woning zit in de voorgevel en die van de kleine woning in de zijgevel. Grote glazen puien over twee verdiepingen met hekwerkjes ervoor geven de gevels een statig karakter. Bij de twee lagere woonhuizen aan de overzijde zakt de dakkapel door de goot. Alle woonhuizen zijn gebouwd met dezelfde materialen. Een lichte handgevormde baksteen voor de gevel, witte stalen ramen en antracietkleurige dakpannen. Veel Bedaux-elementen zijn toegepast. Het bloemen- en het tralieraam, stalen ramen, het spleetraam, de lantaarn, robuuste schoorstenen, balkonhekjes, sierlijke muurankers en dunne zinken goten. Het plan biedt een staalkaart van zijn architectuur. Bijzonder is het tuinhek met de vogeltjes aan de straatzijde.
De Groeneweg is een fraai Bedaux-ensemble geworden vooral door de uniformiteit van de materialen en de kracht van de architectuur. Hier is de abstractie van zijn traditionele stijl op een sobere wijze goed herkenbaar en zeer geslaagd.



Projectgegevens
Opdrachtgever | Dhr. Bressers |
Ontwerp | 1971 |
Fotografie | Archief Bedaux |