Goossens UVT, Tilburg | 1972

Tegelijk met de hoogbouw (Koopmansgebouw) ontwerpt Bedaux een soort appendix voor een grote collegezaal, studieruimten en een rekencentrum. Het is een vierkante doos in drie lagen, waarbij de gevel van de onderste laag terug ligt. De kolommen staan vrij en de vloer loopt iets door. De twee ingangen op de hoeken zijn ingesnoerd. Het gebouw lijkt te zweven. Dit wordt versterkt door het heldere wit van de gevels van de bovenbouw. Deze heeft een strak ritme door de stalen kolommen, die over de volle gevelhoogte doorlopen. De verschillende verdiepingshoogten en ook de toepassing van rechthoekige en ronde kolommen maken het ogenschijnlijk eenvoudige gebouw intrigerend.

De grote collegezaal midden in het gebouw is nagenoeg nog origineel met het gelede plafond, de houten latten aan de zijwanden en het akoestisch metselwerk van de achterwand. De vrijstaande trap van onbewerkt beton in de hal is expressief vormgegeven. Een object architectural. Op de 1e verdieping is tegen de achterwand van de centrale ruimte een baksteenreliëf van Luc van Hoek aangebracht.

Bij de renovatie is het gebouw vrijwel onaangetast gebleven. Bij de noodzakelijke compartimentering zijn de hardglazen gangdeuren behouden. Op de betonnen trap is helaas een leuning aangebracht.