Fratersklooster, Reusel | 1959

Voor twaalf fraters als waren het apostelen ontwerpt Bedaux een statig kloostergebouw. Een L-vormig volume van twee lagen met een zadeldak. Een vierkante uitgebouwde toren met daarboven een achthoekige dakruiter met een kruis wijst op de religieuze functie. De sobere materialen (grauwe baksteen, grijszwarte pannen), de ingetogen gevelindeling en het ontbreken van dakkapellen geven het gebouw statigheid. Het strakke ritme van de ramen van de kamers wordt afgewisseld door andere raamvormen. Bijzonder is de grote pui van de kapel met ranke betonnen kolommen. Het peil van de kapel is verlaagd om goede verhoudingen in deze ruimte te verkrijgen. De voordeur heeft een natuurstenen omlijsting. De indeling is eenvoudig. De refter en het trappenhuis in de oksel, lange gangen met fraaie eikenhouten deuren in een bijzondere detaillering.

Het gebouw heeft vijftig jaar zonder merkbare aantastingen goed gefunctioneerd. Na leegstand en tijdelijke huisvesting van asielzoekers wordt het verbouwd tot appartementen. De gevels blijven vrijwel onaangetast.